3 Mijn Vierdaagse in Nijmegen
de_wolvenpagina006003.jpg
Diverse verhalen
de_wolvenpagina006002.jpg de_wolvenpagina006001.jpg
Dat vrouwen fysiek gezien meer dan mannen geschikt zijn om duursporten te beoefenen, is bekend. Je hebt daarbij echter ook nog doorzettingsvermogen nodig. Enkele jaren geleden liep Jolanda Konings de Rotterdamse Marathon, dit jaar waagde Monique Louis zich aan de Nijmeegse Vierdaagse, die -zoals de naam al zegt- gelopen wordt in en rondom de stad waar onze voorouders vandaan komen.

Hieronder haar relaas.

Hoe is het begonnen?

Ik zat in café 'De Poort' in Utrecht, samen met Ida een wijntje te drinken. Het zal eind november '99 geweest zijn, toen het onderwerp viel op Goede Voornemens. Ieder jaar altijd onzin gevonden. Maar ja, een nieuwe eeuw, een schone lei, kortom ik liet me verleiden tot uitspraken over mijn leeftijd: noodzaak tot bewegen: betere conditie: meer energie: meer ondernemingslust: meer plezier in het leven!! (het was mijn derde wijn inmiddels). Aan het eind van de avond hadden we een deal gesloten. Wij zouden juli 2000 de Nijmeegse Vierdaagse uitlopen. Wij zouden hiervoor gaan trainen, en wel vanaf februari 2000. Ik zou onze inschrijvingen regelen en accommodatie. Ida zou zorgdragen voor het trainingsschema plus een handjevol N.S.-wandelroutes / l.a.w.-routes (= lange afstand wandelingen) door Nederland.

Prettig was, dat toen ik dit verhaal lanceerde op mijn werk (toen nog in ziekenhuis in Baarn), Janet en Jacqueline, fysiotherapeuten spontaan riepen dat zij dit ook wilden! In ieder geval: ze wilden meetrainen en over hun definitieve inschrijving zouden zij nog nadenken.

Een vriendin van ons, Liesbeth, wilde ook graag trainen: gezellig kletsen, één met de natuur, wat wil je nog meer. Maar... bedenktijd over deelname aan de vierdaagse. Want: twee jaar geleden meegelopen, als marteling ervaren, veel blaren enz.

Dan was er nog Ada, mijn bovenbuurvrouw. Wilde ook graag een keer mee wandelen, maar verder....ze fietste liever.

Uiteindelijk hebben we vanaf februari tot en met drie weken voor de Vierdaagse (= 18 t/m 21 juli, 40 km per dag) ruim 400 kilometer getraind! (=minimaal aantal aan te raden trainingsuren). Waarvan 350 km samen met Ida: de rest is halverwege afgehaakt en heeft besloten niet deel te nemen aan de Nijmeegse Vierdaagse. Ik moet erbij vermelden: twee mensen op basis van eerdere vierdaagse ervaring: zwaar!!!!

Ik heb vele mooie gebieden van Nederland gezien. De Veluwe, de Betuwe, het Pieterpad in Limburg. Teveel om op te noemen. De zonnestralen die dit jaar hebben geschenen, we hebben een paar hittegolfdagen gehad in mei/juni, die heb ik gevangen! Nog vers in het geheugen: toen iedereen lag uit te puffen op het strand (want 32 graden) hebben Ida en ik van Haarlem naar Katwijk gelopen (40 km) in een moordend tempo en in de voor onze begrippen moordende hitte. Wat ons toch menigmaal de uitspraak ontlokte -ik ben hier eerlijk in- waar zijn wij in godsnaam mee bezig?!!

Tijdens deze wandeldagen waren wij afhankelijk van de routebeschrijvingen van de N.S. en l.a.w. organisatie. Hierdoor is onze vriendschap enigszins onder druk komen te staan. Als we weer eens verkeerd liepen (en toch zo goed opgelet, hoe kan dit nu?!) en geirriteerd door vermoeidheid en brandende voetzolen, elkaar driftig toespraken: 'Ja, wie leest hier nu kaart?! Om vervolgens weer 's avonds (meestal na tien uur pas), met een bord pasta voor onze neus elkaar op de schouders te slaan en naar elkaar te roepen: en wat zijn wij? Twee bikkels, yes! Proost!

Ondertussen had ik ook mijn nieuwe collega's (andere baan) op de hoogte gesteld van mijn wandelplannen, met de achterliggende gedachte dat hoe meer mensen in mijn omgeving ervan op de hoogte waren, hoe minder makkelijk ik zou kunnen afhaken (want: gezichtsverlies!).

Lisette, mijn collega die ik slechts een paar weken kende boodt spontaan aan haar oude schoolvriendin in Malden (klein plaatsje bij Nijmegen) te bellen om te vragen of Ida en ik er zouden kunnen logeren. Dat kon. Mooi. Dat was in ieder geval geregeld.

Toen Henry mij belde om een stukje te schrijven vroeg hij me of het feit dat opa en oma Rieken beiden geboren Nijmegenaars zijn, meegespeeld heeft in mijn beslissing de vierdaagse te lopen. Eerlijkheidshalve moet ik bekennen: nee. Maar ik was me er wel van bewust dat mijn opa en oma er hun ‘roots’ hebben liggen, en ik vroeg me af of zij deze vierdaagse die al 84 maal (!) georganiseerd is, ‘meegekregen’ hebben, misschien zelfs wel een keer gelopen hebben. Wij hadden dit vast van hen vernomen. Nu is oma nooit zo'n wandelaar geweest en had hetzelfde wiebeltje in haar manier van lopen als mijn ma en (helaas) ondergetekende. Maar opa was wel een wandelaar kan ik mij herinneren. Weet iemand van de ooms en tantes of ze er weleens over gesproken hebben? Misschien hebben ze weleens vanuit hun huis de wandelaars toegejuicht?!

De Vierdaagse zelf was een hele ‘happening’. Tjonge, jonge het leeft daar enorm. Wat een enthousiasme! Iedere ochtend (6 uur ‘s ochtends) stonden de mensen ons vanaf de start toe te juichen in Nijmegen. Veelal dronken studenten die tot in de kleine uurtjes waren doorgegaan, maar toch. Mensen zaten voor hun huis, met slaperige hoofden een kop koffie te drinken. Marsmuziek schalde uit de speakers. Allemaal om ons een hart onder de riem te steken. Geweldig.

Aangekomen in het tweede dorpje stond notabene de burgemeester met zijn vrouw ons op te wachten. Op het moment dat wij met z’n allen (slechts 43.000 man) langskwamen, barstte er een orkest los en klapten en juichten de mensen ons toe. Ik heb dit als heel bijzonder ervaren en ik werd helemaal lyrisch van het opzwepende marstempo! Dit heeft mij de dagen erna op de momenten dat ik helemaal stuk zat, er doorheen gesleept. Ik moest inwendig lachen want mijn moeder is hier ook zo gevoelig voor. Als er ergens marsmuziek klinkt gaat ze stralend kijken en loopt ineens stukken soepeler dan gewoonlijk en volledig in de maat. Wat ook erg stimulerend werkte waren de legerpelotons die in een moordend tempo en in gelijke pas voorbij denderden en hier ook nog eens luidkeels bij zongen. Wow!

De eerste dag, toen Ida en ik nog in een redelijk tempo konden lopen probeerden we ze bij te houden, en mee te zingen. Dan was je toch al gauw weer een uur verder. Werkelijk ieder dorpje waar wij doorheen wandelden stond helemaal in het teken van de Vierdaagse. Er was zelfs een dorpje (Linden, 4e wandeldag) waar mensen uit het dorp poppen hadden gemaakt en ze om de paar meter zo hadden neergezet dat het een spreekwoord moest voorstellen: ‘Als het kalf verdronken is, dempt men de put’ en 'Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in'. Op deze manier zorgden de mensen voor de ons zo welkome afleiding en konden we halverwege de route er iedere keer weer naar toeleven.

We liepen ca. 4 kilometer per uur. Van 6.00 uur ‘s ochtends tot ongeveer 16.00 uur ‘s middags. Tot 17.00 uur mochten we binnenkomen. Was je te laat werd je gediskwalificeerd, wat inhield dat je niet langer mocht deelnemen. Om de twee uur pauzeerden we een half uur en als we het niet trokken, om het uur een kwartier. Zo probeerden we het ritme erin te houden. Ida had met name last van blaren. Ik had met name last van mijn heup en knieen, spieren, banden.

Waar ik veel respect voor had waren mensen van 70 jaar, die ik zag strompelen, maar de vierdaagse dan al voor de 22e keer liepen. Ook legendarisch was de mevrouw die op teenslippers liep. Inderdaad, verdomd als het niet waar was: wij kwamen haar de vierde dag tegen: 'Nee maar, daar heb je haar weer, en ze loopt nog steeds!' Dit laatste zeiden wij op gezette tijden ook tegen elkaar: Nou, ja, we lopen nog steeds, hoe is het mogelijk!

Laatste dag: de Finish!

Liesbeth stond halverwege met bloemen voor ons klaar en vloog ons om de nek. De herinneringen aan haar eigen laatste strompelkilometers van twee jaar geleden kwamen weer naar boven: ze was oprecht trots op ons. En ik op mezelf, want ik nam, gek genoeg zonder de pijn te voelen, rechtop lopend, dankbaar het gejuich in ontvangst!

Trots gingen wij met medaille en deelnemerskaart naar huis. Een week om op terug te kijken. Voor familieleden die ik enthousiast heb gemaakt: vooral doen! Wel gaan trainen, want de afhakers (ca. 5.000 man) zijn naar mijn idee de mensen die ongetraind hebben deelgenomen. In alle eerlijkheid, onze reactie na afloop: Dit doen wij nooooooit meer. Maar pijn vergeet je snel, gelukkig maar. Nu, een aantal weken verder hebben we al weer gesproken over de Kennedymars (80 km) in September. Wie weet...

Monique Louis